Jeugdcriminaliteit heeft bij het OM BES onverminderd aandacht en behoort tot een van de belangrijkste speerpunten.

De nadruk ligt daarbij op het voorkómen dat jong begonnen delinquentie uitmondt in een langdurige criminele loopbaan. 

Op Bonaire is in het begin 2010 gekozen voor een proactieve en multidisciplinaire aanpak in het voorkomen en bestrijden van jeugdcriminaliteit. Dit heeft geresulteerd in het oprichten van het casusoverleg jeugd. Omdat er zicht is op de achtergrond van de delinquentie, kan de meest gerede partij maatgericht in actie komen, rekening houdend met eventuele verwaarlozing, gebrek aan behoorlijke opvoeding en schoolverzuim. Er is hiervoor een projectplan geschreven (de zogenaamde "3 modellen interventie jeugdcriminaliteit") en met de ketenpartners afgeprocedeerd. 

Het project is in 2010 samen met de Gezaghebber officieel aan de pers en de buitenwacht gepresenteerd. Naast de reguliere trajecten bestaat op Bonaire een ‘Halt-afdoening’ voor de daarvoor in aanmerking komende jeugdigen. Na 10-10-10 is het casusoverleg jeugd ook op Saba en Sint Eustatius geïmplementeerd.
 

Jongeren vanaf 12 jaar kunnen vervolgd en gestraft worden voor door hen gepleegde strafbare feiten. De nadruk bij de vervolging van minderjarigen ligt op gedragsverandering en het voorkomen dat een jongere verder afglijdt. Bij risicojongeren staat gedwongen hulpverlening en behandeling daarom vaak voorop. 
 

Voor jongeren onder de 12 jaar geldt niet dat zij ongestoord strafbare feiten kunnen plegen. Is sprake van ernstig ontspoord gedrag, dan kan door de inzet van civiele maatregelen tot gedwongen hulpverlening of zelfs een uithuisplaatsing worden besloten.
 

Voor jongeren van 16 jaar en ouder kan – als de ernst van  het strafbare feit en de persoon van de minderjarige daartoe aanleiding geeft – recht worden gedaan volgens het strafrecht voor volwassenen, dat veel zwaardere straffen kent dan het jeugdstrafrecht. 
 

Om tot een voor de minderjarige meest geschikte strafrechtelijke reactie te komen, worden alle strafzaken van minderjarigen iedere maand door het OM besproken met de politie en de Voogdijraad. Binnen dit overleg worden ook meldingen van schoolverzuim of te laat komen besproken met de leerplichtambtenaar, want ook schoolverzuim en te laat komen kunnen strafbare feiten opleveren. 
 

Afhankelijk van de ernst van de zaak en de persoon van de minderjarige kan besloten worden om de jongere te vervolgen en voor de rechter te brengen. De rechter beslist dan over de op te leggen straf en de minderjarige krijgt een aantekening op zijn strafkaart.

Voor minder ernstige zaken kan de officier van justitie de minderjarige een aanbod doen tot het volgen van een training, het verrichten van dienstverlening(een werkstraf), enk/of het opvolgen van aanwijzingen van de jeugdreclassering. Dit heet een voorwaardelijk sepot. Voldoet de jongere aan de voorwaarden, dan wordt de strafzaak niet meer voor de rechter gebracht. Wel krijgt de minderjarige een aantekening op zijn strafkaart.
 

Voor de minst erge strafbare feiten kan voor een HALT-afdoening worden gekozen. De jongere moet dan een korte training volgen of een beperkt aantal uren dienstverlening verrichten. Soms kan de afdoening ook uit het schrijven van een excuusbrief of het maken van een werkstuk bestaan. Rondt de jongere de opdrachten goed af, dan is de strafzaak afgedaan en krijgt de minderjarige geen aantekening op zijn strafkaart. 
 

Het aandeel van de jeugd in het totaal aantal geregistreerde verdachten van het parketonderdeel Bonaire daalde van 14 % in 2009 naar 10 % in 2010 en ten slotte naar 8% in 2011. Op Saba bedroeg dit percentage in 2011 2% en op Sint Eustatius 6%.
 

Het OM BES zal op alle drie de eilanden regie blijven voeren op de structuur van het casusoverleg jeugd en de taken en verantwoordelijkheden van de deelnemende justitiepartners. 

Daarnaast maakt het OM BES zich sterk voor een project inzake de handhaving van de Leerplichtwet BES onder regie van het lokale bestuur. Het OM maakt dit onderwerp in 2013 tot een vast agendapunt binnen het Driehoeksoverleg om beleid, prioriteit en betere handhaving te realiseren."