Op donderdag 7 juli 2022 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachten B.E.H.S. en J.D.W..

Beiden werden verdacht van meerdere (pogingen tot) verkrachtingen en/of aanranding van meerdere jonge meisjes. Deze feiten werden over een lange periode gepleegd. Daarnaast werd S. verdacht van vuurwapen- en marihuanabezit en W. van het vervaardigen en bezitten van kinderporno. De zaak kwam aan het licht toen een van de slachtoffers over het misbruik vertelde aan verzorgers en een maatschappelijk werker van haar school. De kinderen, tussen de vijf (5) en elf (11) jaar oud, kwamen uit kwetsbare gezinnen en verbleven bij de verdachten in afwachting dat ze bijles zouden krijgen.

Het Gerecht heeft alle feiten bewezen geacht. Het gerecht achtte de verklaringen van de slachtoffers geloofwaardig. Het Gerecht heeft gebruik gemaakt van schakelbewijs. Dit houdt in dat de bewijsmiddelen in de ene zaak, als voldaan is aan bepaalde voorwaarden, ook gebruikt kunnen worden in een andere zaak.

Het Gerecht heeft in de zaak van W. niet aangenomen dat verdachte handelde onder druk van medeverdachte S. Het Gerecht achtte ook verdachte W. volledig aansprakelijk voor haar daden. De rechtbank was bij het bepalen van de straf van oordeel dat de veroordeelden geen verantwoordelijkheid hadden genomen voor hun daden en dat zij hun eigen wellustige gevoelens boven de rechten van de kinderen hadden gesteld, waardoor zij de lichamelijke en seksuele integriteit van de slachtoffers ernstig hadden geschonden. W. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaren. Verdachte S. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaren. De vorderingen tot schadevergoeding namens een aantal van de slachtoffers zijn toegewezen.  

Het Openbaar Ministerie zal samen met het KPSM blijven investeren in het onderzoeken van aangiften van seksuele misdrijven en, met voldoende ondersteunend bewijs, voor de rechter te brengen. Iedereen die mogelijk te maken heeft gehad met seksueel misbruik wordt dringend verzocht aangifte te doen bij de politie.

Het OM begrijpt dat er angst kan bestaan om aangifte te doen, maar deze zaak heeft laten zien dat als één persoon zijn mond open doet, dit al tot actie kan leiden. In dit geval nam een slachtoffer een vertrouwenspersoon, een leraar, in vertrouwen die stappen ondernam om de klacht aan te pakken.

Als u getuige was van of ervaring heeft met dit of soortgelijk misbruik, neem dan zo snel mogelijk contact op met de politie.